Verplegende studenten ontmoeten patiënten in hun klinische rotaties.
Het worden van een geregistreerde verpleegster vereist toewijding aan de educatieve ervaring. Als je in de verpleging gaat, zul je snel merken dat programma's die leiden naar de associate degree in verpleegkunde, of ADN, meestal twee jaar les vereisen. Als je gaat voor een bachelordiploma of BSN, zit je vier jaar op school. Volgens het Amerikaanse Bureau of Labor Statistics zal de werkgelegenheid voor geregistreerde verpleegkundigen naar verwachting echter 26 procent groeien van 2010 naar 2020.
Liberal Arts-klassen
Hoewel zowel bachelor diploma en associate degree verpleegkunde programma's sommige liberale kunstklassen vereisen, zijn meer nodig voor een bachelor's degree. Zowel ADN- als BSN-programma's vereisen meestal twee semesters van Engelse compositie. Voorbeelden van andere klassen van vrije kunsten die je zou kunnen volgen, zijn onder andere lessen basissociologie en psychologie en wiskunde op schoolniveau. Sommige BSN-programma's zullen je ook door hogere wiskundeklassen laten gaan, zoals statistieken, en de meesten hebben een bepaald aantal vrije kunsten keuzevakken nodig; het aantal studiepunten varieert van school tot school.
Basic Science Classes
Alle verpleegprogramma's vereisen basiswetenschapslessen die de theoretische basis bieden die een verpleegkundestudent nodig heeft om ziekteprocessen te begrijpen. De meest voorkomende vereisten zijn chemie, microbiologie, anatomie en fysiologie en menselijke ontwikkeling. De meeste van deze lessen vereisen deelname aan een apart lab, evenals aanwezigheid bij de colleges. Het lab biedt hands-on ervaring met het onderwerp en soms extra begeleiding of individuele aandacht niet beschikbaar voor studenten in de grotere collegesessies.
Theoretische verpleegklassen
Theoretische verpleegklassen zijn de moertjes van alle verpleegprogramma's, waarbij studenten het grootste deel van de theoretische basis voor dit beroep leren. Ze kunnen worden genummerd op basis van wanneer u ze tegenkomt. Nursing One is bijvoorbeeld de klas die studenten in het eerste semester volgen. Theoretische verpleegklassen behandelen zowel de wetenschap van specifieke ziekteprocessen en leren de relevante verpleegkundige interventies. Deze klassen bevatten meestal ook een labcomponent.
Klinische klassen
In klinische klassen passen verpleegkundestudenten de informatie en vaardigheden toe die ze hebben geleerd in de theoretische verpleegklassen. Deze lessen vinden niet in een klaslokaal plaats, maar in een verpleegpraktijk, zoals een ziekenhuis, verpleeghuis, polikliniek of gezondheidscentrum. Meestal krijgen studenten informatie over de patiënt die ze de dag vóór hun klinische klasse zullen verzorgen, zodat ze de gelegenheid hebben om onderzoek te doen naar de specifieke zorg- en verpleeginterventies die de patiënt nodig heeft.