
Een vijver vol koi en goudvis is een mooi element van een landschap.
Wanneer de meeste mensen denken aan goudvissen, stellen ze zich kleine vissen in een schaal voor. Maar laat die goudvis los in een grote vijver en ze kunnen veel groter worden. Je kunt ze zelfs verwarren met sierkoi, die meer overeenkomsten hebben met goudvissen dan je misschien weet.
familie
Goudvis en koi zijn beide lid van de minnow familie. De soorten zijn beide gefokt voor fysieke kenmerken die ze tot grote siervissen voor een vijver maken. Goudvissen komen oorspronkelijk uit Azië, met name uit China en Japan. Deze landen zijn ook waar moderne koi werden ontwikkeld en gefokt om hun unieke patronen en vormen te hebben.
Milieu
Koi en goudvis zijn beide volgzame soorten, zodat ze probleemloos samen kunnen leven. Ze zijn populaire vissen voor vijvers, omdat ze een breed scala aan temperaturen, zuurstofniveaus en schoonheid kunnen verdragen. Voor een optimale groei en gezondheid moeten ze binnen een temperatuurbereik van ongeveer 65 tot 75 graden F leven. Ze zijn echter beide zware soorten en kunnen overleven in extremere watertemperaturen.
Dieet
Koi en goudvis zijn beide alleseters. Ze hebben allebei de neiging om vijverplanten, wormen en algen uit hun omgeving te eten. In beide vissoorten speelt het dieet een rol in hoe felgekleurd ze zijn als volwassenen. Speciaal voedsel om pigment te verbeteren kan erg duur zijn, maar ze produceren prachtige siervissen.
Kleuren en patronen
Hoewel veel mensen de gewone, goudkleurige goudvis voorstellen als ze aan het dier denken, zijn er ook soorten goudvissen met patronen die lijken op die van koi. De goudvis van Sarassa is bijvoorbeeld rood en wit, terwijl de goudvis Shubunkin zwart, wit en oranje is. Beide kleurpatronen komen vaak voor op de meer decoratieve koi.




